Dag 355 van 2555: wil ik een eenheidsworst zijn?

DIP Lite cursusVanaf het moment dat het mij duidelijk werd dat de ‘dress code’ binnen mijn bedrijf in ‘corporate’ stijl moest zijn, wat voor mannen als vrouwen inhoudt witte blouse en zwarte broek/rok en colbert, voelde ik frictie in mijzelf. Ik stond achter deze beslissing op een begripsniveau, maar mijn gevoelens, emoties en opinies stonden daar haaks op omdat deze gebaseerd waren op herinnering en wie ik ooit had bedacht dat ik was. Ik ging eens rondkijken wat voor kleding ik binnen deze ‘dress code’ zou kunnen maken/aanschaffen. Ik maakte een witte blouse en een zwarte broek en dacht: wat saai. Vervolgens dacht ik: waarom niet een zwarte of witte blouse met een werkje. Dus ik maakte een zwarte blouse met witte stipjes en een witte blouse met een zwarte print. Het model leek niet op een blouse maar meer op een trui. Toen dacht ik hoezo witte blouse, waarom niet een zwarte blouse? Dus maakte ik een zwarte blouse met een boordje in plaats van een kraag. Ik was erg druk met het opzetten van mijn bedrijf en schonk geen aandacht/wilde geen aandacht schenken aan mijn tegendraadse gedrag. De afspraak was zwart/wit ‘corporate look’, hoe moeilijk kon dat zijn, nou moeilijker dan ik dacht.

Rationeel stond ik achter de keuze, maar emotioneel op een dieper niveau was ik bang mijn identiteit te verliezen. Ik deed er alles aan om binnen het zwart/wit toch nog anders te zijn, zodat ik kon zeggen: kijk dat ben ik. Het moment dat ik door had wat er gaande was, moest ik even om mijzelf lachen, om vervolgens de afspraak met mijzelf te maken dat ik niet langer zou geloven dat door kleding mijn zijn zou veranderen. Wie ik ben draag ik uit in mijn handelen, welk kleur jasje daar ook omheen zit. Daarnaast heb ik met mijzelf afgesproken dat ik best wat mag experimenteren met deze nieuwe kledingstijl als dat maar niet vanuit een startpunt van angst voor verlies van mijn identiteit gebeurt.

Wat naast de angst voor het verlies van mijn identiteit ook nog meespeelde waren opinies over mensen die zwart of wit of zwart/witte kleding dragen. Ik had dus emotionele ladingen gekoppeld aan de kleuren zwart en wit. Ik vond dat mensen die altijd maar zwart dragen saaie mensen zijn of mensen die zichzelf probeerden te verbergen of mensen die dunner wilden lijken. Witte kleding vond ik meer voor onpraktische mensen, zoals ik wel mensen kende die kinderen op zondag in het wit lieten rondlopen en dan boos waren dat ze vies werden. Met andere woorden ik had niet alleen te doen met een keuze voor zwart/witte kleding, nee, ik leegde een hele emmer aan emoties en opinies over mijzelf heen.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om identiteit en kleding keuze aan elkaar te koppelen.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon waarin ik dat ben dat mijn kleding uitstraalt, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik een beeld van wie ik ben heb opgebouwd door zaken buiten mijzelf. Ik stop het mij naar buiten richten om te begrijpen wie ik ben, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om in mijzelf te zien wie ik ben en alles buiten mijzelf terug te nemen naar mijzelf om zo te zien wie ik ben in relatie tot mijn buitenwereld.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om te geloven dat ik mijn identiteit verlies wanneer ik in een ‘corporate uniform’ rondloop.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van angst om mijzelf te verliezen door uniforme kleding, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik dit soort kleding als eenheidsworst bestempel en zo niet meer opval/besta/leef binnen de grijze massa. Ik stop de angst om mijzelf te verliezen, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om te begrijpen/realiseren dat ik mijzelf niet kan verliezen, maar hooguit het gevoel kan manifesteren van mijzelf kwijt te zijn door buiten mijzelf naar mij te zoeken.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om angst te hebben dat ik niet meer leef wanneer ik opga in de massa.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van denken dat ik ophoud te bestaan als ik opga in de grijze massa, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik een drang heb om anders te zijn door een diep geloof binnenin mij dat zegt dat ik anders niet meer ben/niet meer besta. Ik stop de angst om op te gaan in de grijze massa, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om anonimiteit en grijze massa niet te vrezen, maar te begrijpen/zien/realiseren dat de grijze massa de groep mensen is die samen meer kracht heeft dan het enkele individu, dus de keuze is om alleen te gaan of de krachten te bundelen.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om te geloven in mijn onafhankelijkheid en anders zijn als een sterk punt dat leiderschap aangeeft.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van sterk zijn te koppelen aan alleen staan, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik alleen kan staan in een groep om toch samen sterk te zijn door allen zelfleiders te zijn en het zelfde doel na te streven. Ik stop deze koppeling, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om te zien/realiseren/begrijpen dat veel sterke mensen die zelfleiders zijn een ultiem bolwerk kunnen vormen dat sterker is dan de kracht van één.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om speciaal-zijn te koppelen aan wie ik ben en hoe ik mij kleed, om zo te oordelen of ik voldoe aan het plaatje dat ik van mijzelf heb.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van speciaal-zijn en buitenkant-identiteit te laten bepalen wie ik ben, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik niet weet wie ik ben en daarom zoek naar de juiste jasjes en blouses om een aha moment te krijgen waarop ik mag zien wie ik ben. Ik stop met geen verantwoordelijkheid nemen voor wie ik ben, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om mijn verantwoordelijkheid niet te ontlopen als het aankomt op het bepalen en vormen van wie ik ben.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om de kleur zwart met saaiheid te koppelen.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van het koppelen van de kleur zwart aan saaiheid, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik alles behalve saai gevonden wil worden, omdat dit gelijk staat in mijn geest aan er niet zijn/bestaan/leven. Ik stop deze koppeling en breng het woord zwart terug naar zijn definitie, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om zwart te zien als een kleur en bijvoeglijk naamwoord vrij van welke herinnering en opinie di eik gedurende mijn leven heb opgedaan of gevormd heb.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om de kleur zwart met onzeker zijn te koppelen.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van het koppelen van de kleur zwart aan onzekerheid, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik mijzelf niet onzeker voel of wil voelen en dus niet geassocieerd wil worden met de kleur zwart. Ik stop deze koppeling die mij doet strijden in plaats van leven, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om onzekerheid wanneer ik het ervaar, dit te begrijpen en te zien in mijzelf waar het vandaan komt, zonder te denken dat ik in het zwart gekleed moet gaan als het teken van de dood, de dood van mijn identiteit.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om de kleur wit met onpraktisch te koppelen.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van het koppelen van de kleur wit aan het woord/de beleving van onpraktisch, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik mijzelf als praktisch wil ervaren en dus door de kleur wit niet geassocieerd wil worden met het tegenovergestelde van wat ik denk te zijn. Ik stop de koppeling, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om niet langer kleur te laten bepalen wie ik wel of niet ben, ik zal kleur moeten bekennen als het gaat om wie ik nu daadwerkelijk ben zonder zaken van buitenaf.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om met mijzelf de strijd aan te gaan om het behoud van mijn identiteit.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van het strijden met mijzelf om mijn identiteit te behouden, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik doo rstrijd verdeeldheid zaai binnen mijzelf en zo afscheiden van mijzelf in de hand werk. Ik stop de strijd en het afscheiden, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om heel en gelijk aan mijzelf te zijn.

Plaats een reactie