Dag 370 van 2555: kwaad op de hoofdmeester

DIP Lite cursusSinds een jaar of zeven heb ik elke winter een naar droog hoestje dat zodra de lente begint weer ophoudt. In de begin jaren ging dat ook gepaard met het verlies van mijn stem, wat best onhandig was. Na een paar jaar begon ik een lichte paniek te voelen als de winter naderde, in de wetenschap dat wellicht ook deze winter de hoest weer terug zou komen. Fysiek kon ik niet echt redenen bedenken die de oorzaak konden zijn, wat niet wegneemt dat er wellicht een fysieke oorzaak is. Dit jaar is het al stukken beter dan voorgaande jaren, maar de hoest is er wel.

Uiteindelijk begon ik mij af te vragen of er ook herinneringen, emoties of angsten de grondleggers konden zijn die uiteindelijk zich  fysiek manifesteren. Ik kreeg de tip om naar mijn kindertijd te kijken in relatie tot kou/winter. Eerst kwam er een herinnering op van de dooie vingers die ik altijd als kind al had. Wat een zeer pijnlijke ervaring was en dan met name als het bloed weer ging circuleren in de vingers. Later die avond terwijl ik hierover met mijn partner aan het praten was kwam er een andere herinnering naar boven. Een herinnering die meteen emoties in mij los maakte en dan met name kwaadheid.

De herinnering speelt zich af in de vierde klas lagere school. Wij gingen in weer en wind zwemmen in het buitenbad op het terrein van het AZ-stadion in Alkmaar. Voordat we daar met een bus heen werden gebracht kwam de hoofdmeester steevast in de klas om ons te vertellen dat wij echte Hollandse jongens en meisjes die niet bang waren voor een beetje fris weer. We hebben het dan over najaars- en vroeg lente weer, waarop iemand met gezond verstand niet zegt: “kom laten we eens lekker in het buiten zwembad gaan zwemmen.” Maar wij gingen wel. De kleedhokjes waren buiten, dus voordat ik in het water lag was ik al zo afgekoeld dat ik liever niet in het zwembad ging. Vervolgens ging ik toch het zwembad in terwijl mijn hele lijf schreeuwde om dat niet te doen. Ik wist namelijk al waar dit toe leidde.

Na een minuut of tien hooguit vijftien was het bloed volledig uit mijn handen en voeten getrokken. Elke minuut die ik langer in het zwembad was leverde mij vervolgens pijn op die door merg en been ging. Ik was dan zo kwaad dat ik toch moest zwemmen dat ik op een bepaald moment niet meer braaf ja en amen kon zeggen en vroeg dan de badmeester of ik eruit mocht. Meestal mocht dit en kon ik mij gaan omkleden in de openlucht kleedhokjes. Dat wil zeggen ik moest strompelen naar de kleedhokjes en met gevoelloze handen en voeten mijzelf staande houden en afdrogen. Eénmaal aangekleed moest ik in de openlucht wachten tot de zwemles over was, om vervolgens blauwbekkend de bus in te gaan terug naar school.

Ik kan mij ook niet meer herinneren of mijn ouders hebben gevraagd of ik met koud weer op school mocht blijven. Wat ik wel weet dat mijn kwaadheid gericht was op de hoofdmeester. Een hoofdmeester die van alles commandeerde en zelf volstrekt niet het goede voorbeeld gaf. Een hoofdmeester die kinderen aan hun oor meesleurde als zij vervelend waren in hun klas. Een hoofdmeester die vond dat ik melk moest drinken, terwijl mijn ouders dat niet hadden aangegeven. Een hoofdmeester die elke zondag te laat in de kerkdienst aankwam en de maandagmorgen erop aan ons vroeg wat de laatste woorden van de preek waren. Een hoofdmeester die ik als kind een huichelaar vond, maar dat nog niet zo onder woorden kon brengen. Ik ervoer hem als een man die niet deed wat hij zei en dat zijn onvoorspelbare mensen in de ogen van kinderen. Een man waar je voor moest oppassen.

Ik was kwaad dat hij zich niet kon inleven in mijn fysieke situatie en ons met mooie praatjes het te koude zwembad in wilde hebben. Nu zou ik zeggen hij had daar voor betaald en wilde dus waar voor zijn geld, slecht weer of niet. Als kind zie je dat je gemanipuleerd wordt voor een onzuiver doel, maar je voelt je niet bij machte om daar tegenin te gaan. Ik ging er wel tegenin op subtiele wijze. Als er ’s morgens pakjes melk werden uitgedeeld door de hoofdmeester dan dook in tussen de andere kinderen in om ongezien naar binnen te gaan. Terwijl de anderen riepen: “ik meneer ik.” In de vierde klas had ik les van de hoofdmeester en van een juf. Bij mijn juf schreef ik af en toe in blokletters in plaats van het aan elkaar schrift, omdat ik wist dat ik dat bij de hoofdmeester niet mocht. Het waren kleine pogingen om mijn kwaadheid te kanaliseren. En verder stopte ik mijn kwaadheid weg. Ik kon, dacht ik, niet echt tegen hem op.

Overigens ben ik na het krijgen van mijn twee kinderen van het krijgen van dooie vingers afgeraakt. Alleen als het heel erg koud is wil ik nog wel eens een enkele keer een stukje dooie vinger krijgen, maar niet zo extreem als ik dat vroeger had. Ik kon door een glas met frisdrank op te pakken al helemaal wit wegtrekken in mijn vingers. En dat zelfs in hartje zomer.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om kwaad te zijn op de hoofdmeester omdat ik mij gedwongen voelde om maar het zwembad mee te gaan.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van mij gedwongen te voelen door de ander, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik altijd de eindkeuze/eindverantwoordelijkheid heb ook al dwingt een ander mij. Ik stop het gedwongen voelen, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om altijd eerst te kijken welke keuzes ik heb alvorens ik mij verschuil achter het dwingen van de ander.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om de kwaadheid, naar mijzelf toe over het niet staan voor mijn eigen keuze, op de ander te projecteren.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van kwaad te zijn op de ander en mijzelf niet te realiseren dat het in essentie kwaadheid naar mijzelf toe is, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik het veiliger acht om boos op de ander te zijn en de ander de schuld te geven, dan naar binnen te kijken en te zien waar de kruks zit, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om bij kwaadheid op de ander altijd alert te zijn en te zien waar ik als uit routine verbloem dat ik eigenlijk kwaad op mijzelf ben door de situatie waar ik in zit.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om mijn ongenoegen met mijzelf als kwaadheid op de ander eruit te gooien en vervolgens niets te doen met het gevoel van falen.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van een gevoel van falen te verstoppen door andere emoties heftiger te laten zijn, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik niet gefaald wil hebben en dat het beter lijkt als de ander de schuld van de situatie waarin ik mij begeef krijgt, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om te mogen voelen dat ik gefaald heb of nagelaten heb om voor mijzelf als geheel van ‘geest’ en lijf op te komen. Alleen als ik het echt voel/ervaar dan pas ben ik in staat om het onder ogen te zien en het gedrag te veranderen.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om mijzelf als falend te ervaren door niet te staan voor mijzelf en mijn fysieke lichaam, maar dit ook direct weg te drukken met andere emoties.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van het wegdrukken van emoties/gevoelens, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik gevolgen maak die zich hoe dan ook zullen manifesteren in mijn leven, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om dat wat er speelt aan gevoelens en emoties in mij te onderzoeken en niet weg te drukken.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om niet dat te doen wat het beste voor mijn lichaam was, dus niet te doen wat ik wist dat moest gebeuren.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van niet hetgeen doen waarvan ik weet dat dit het beste is, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik vanuit emotie nooit een gedegen keuze kan maken en dus altijd een gekleurd startpunt heb, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om vanuit zelfoprechtheid keuzes te maken en dan af te wegen of ik die keuze kenbaar kan maken vanuit mijn positie of niet, maar deze afweging mag nooit mijzelf of anderen compromitteren.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om getriggerd te worden door de zelfoneerlijkheid van de hoofdmeester die niet deed wat hij anderen voorschreef, terwijl ik daarmee met mijn eigen zelfoneerlijkheid geconfronteerd werd, van niet dat te zeggen wat ik moest zeggen om het beste voor mijn lijf te realiseren.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van geconfronteerd worden met mijn eigen zelfoneerlijkheid door die van de ander te zien, maar dan de ander als zondebok aan te wijzen, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik kan dralen met het onder ogen zien van mijn zelfoneerlijkheid, maar dat dit niet maakt dat mijn zelfoneerlijkheid weggaat, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om wanneer een ander mij een spiegel voorhoudt en iets in mij aanroert wat ik zelf niet bewust gewaar was, dit met open armen te ontvangen en te gebruiken om mijzelf te verbeteren.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om bang te zijn voor represailles van de hoofdmeester als ik zou zeggen dat ik niet mee zou gaan zwemmen omdat dit voor mijn lichaam geen goed plan was.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van bang zijn om te staan voor mijzelf, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik bang ben voor de door mij geprojecteerde represailles van de ander en mijzelf hierdoor laat verlammen in het moment, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om geen verzinsels te bedenken van wat er zou kunnen gebeuren aan nare dingen als ik ga staan voor mijzelf als geheel van ‘geest’ en lijf.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om deze kwaadheid al die jaren te hebben opgepot en niet heb durven te voelen/toelaten.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van het oppotten van kwaadheid, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik alleen mijzelf ermee schaad, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om kwaadheid op de ander niet direct eruit te gooien als een ventiel om stoom af te blazen, maar eerst te zien waar ik echt mee te maken heb, en dan pas te bepalen hoe ik mij kan ontdoen van de emoties en gevoelens die ik ervaar.

Ik vergeef mijzelf dat ik heb geaccepteerd en toegestaan om angst te hebben voor de pijn die optreed na het krijgen van de dooie vingers.

Wanneer en als ik mijzelf zie vervallen in een patroon van angst voor de herinnering van pijn, dan stop ik en haal ik adem. Ik realiseer en zie dat ik al op voorhand bang ben voor de pijn die waarschijnlijk gaat komen, en sta één en gelijk aan het leven.

Ik ga met mijzelf de verbintenis aan om voorzorgsmaatregelen te nemen zodat de pijn niet hoeft plaats te vinden of in mindere mate door gezond verstand te gebruiken en mijzelf niet te laten verlammen door angst.

Dit stukje pijnbeleving komt in een andere blog post verder aan bod. Voor nu kan ik zien dat ik de kwaadheid die ik nog  steeds in mij had jegens de hoofdmeester los laten. De kwaadheid is en was niet functioneel en kan dus niet bijdragen aan de verbetering van mijzelf. Dus laat ik je los kwaadheid.

Dag 234 van 2555; de vagina de bron van al het kwaad – vrouwelijke bewustwording – deel 1

equal money capitalismHet onderwerp ‘vrouwelijke bewustwording’ is niet een onderwerp dat ik in 1 blogserie kan beslaan, daarom heb ik ervoor gekozen om het beeld/herinnering dat/die het meest in relatie staat tot het hoofdthema ‘ de vagina de bron van al het kwaad’ te gebruiken voor deze blogserie. Andere herinneringen omtrent ‘vrouwelijke bewustwording’ zullen in relatie tot andere thema’s door de tijd doorlopen worden.

Deze herinnering is uit de periode dat ik 21 was, ik studeerde maatschappelijk werk en begon door de opleiding heen mijzelf te ervaren. Op een dag besloot ik dat ik wilde gaan afvallen, niet dat ik echt overgewicht had, maar het was meer een soort van babyvet wegwerken. Dit bedoel ik dan figuurlijk, het naïeve/kinderlijke vaarwel zeggen. Ik verloor aardig wat kilo’s en ging van maat 40 naar 36/34. Mijn ouders waren bezorgt en vonden dat ik teveel was afgevallen en dat ik snel ziek zou worden door te weinig weerstand. Ik zag dit punt niet, het afvallen was heel geleidelijk gedaan, door mijn voedingspartoon geleidelijk aan te passen. Ziek ben ik niet meer of minder geweest dan anders in die periode, dit was dus ouderlijke bezorgdheid. En tegelijkertijd was het een laatste loskomen van mijn ouders als stap naar het zelfstandig zijn en volwassene wezen.

Met het gewicht dat van mij afviel zag ik steeds meer mijzelf als vrouw ontstaan/ontpoppen, niet dat ik jongensachtig was of mij niet vrouw voelde, maar er ontluikte zich een soort van sensueel vrouwelijk gevoel  in mij. Ik ging kleding maken die al de, in mijn ogen goede punten van mijn lichaam  benadrukten, en ik maakte gebruik van wat dieper uitgesneden decolleté en zag er altijd uit alsof ik zo op de werkvloer als meerdere kon rondlopen of klaar was voor een sjiek diner. Hier ontstond niet zozeer de ‘girl power’, maar de ‘vagina power’. Ik werd mij er bewust van hoe vrouwelijk ik eruit zag en het werd mij duidelijk hoe ik dat kon inzetten en gebruiken.

Het moment dat het kwartje echt viel, was het moment dat ik niet meer zoals altijd rustig over straat kon lopen, maar dat er gevloten en geroepen werd naar mij. Waar ik mij eerst het lelijke eendje voelde, met nadruk op voelde, straalde ik nu deze ‘vagina power’ uit en had ik de mannen voor het uitkiezen. Op één of andere manier voelde het andere geslacht dit ontluiken en de kracht, die in feite seksuele kracht was en dat werkte als een magneet. Ik stond perplex, want ik had niet verwacht dat ik zo’n kracht in mij had, ik haalde mijzelf altijd liever naar beneden.

Ondanks dat ik mij goed voelde en zelfverzekerd en gesteund door deze ‘vagina power’, voelde ik ook dat het zo sterk was dat er geen ruimte voor mijzelf over was. He was of de ‘vagina power’ of ik, en in die periode koos ik voor de ‘vagina power’, want eens gedronken van de nectar kon ik niet meer terug. Dus ging ik relaties aan en regeerde ik met mijn ‘vagina power’ over het andere geslacht, totdat ik het beu was en het een te gemakkelijk spel vond, en de verveling toetrad. Ook zag ik dat deze ‘vagina power’ mij in situaties zou kunnen brengen die ik misschien niet verlangde, ik speelde met ego en sensualiteit, iets waar ik mijn vingers uiteindelijk niet aan wilde branden. De ‘vagina power’ veranderde in voorkomen en werd ‘vagina verlangen’, waarmee ik niet het verlangen naar seks bedoel, maar het verlangen naar een levenspartner en kinderen. De ‘vagina klok’ ging in werking en mijn doel en koers veranderde.

In de volgende blog zal ik doormiddel van zelfvergevingen dit onderwerp verder uitpluizen, om zo te kunnen achterhalen wat de patronen/opinies/ideeën waren die mij deden bewegen en handelen in mijn fysieke realiteit.

Dag 231 van 2555; de vagina de bron van al het kwaad – menstruatie – deel 1

equal money capitalismWaar Eva in het paradijs Adam verleidde met de appel van de boom van kennis en informatie, zagen we dat na het nuttigen van de appel zij zich bewust werden van hun naaktheid/fysikaliteit. Dit was het moment dat er schaamte ontstond omtrent hun naaktheid, maar tegelijkertijd ook manipulatie zijn intrede deed. Wellicht verleidde Eva, Adam, nu met haar lichaam en was haar ‘grot der wonderen’ hetgeen Adam niet kon weerstaan. Waar wij heden ten dage geld en seks als grote motivators hebben om ons te laten bewegen door ons fysieke bestaan, hadden Adam en Eva alleen seks. Door de bewustwording van hun naaktheid oftewel hun ware aard ontstond er al snel separatie tussen lichaam en geest. Dit zou je als een erfzonde kunnen zien die generatie na generatie werd doorgegeven.

Zijn de meesten van ons niet opgevoed met het besef dat naakt zijn niet iets is waar je te koop mee loopt, dat is intiem, wordt dan gezegd. Maar staat intiem hier dan niet gelijk aan geheimzinnig/stiekem het kan het daglicht niet verdragen. Ik was als kind niet trots op mijn fysieke lichaam, ik had er ook geen hekel aan, maar ik functioneerde niet als een geheel. Mijn vagina werd vaak aangeduid met een hoofdknik naar beneden, wat op mij als kind overkwam als, dat ding daar beneden waarmee je plast. Ik snapte het geheimzinnige eromheen niet, maar zoiets wordt gewoon en je neemt dat als kind over. Er werd een naam voor bedacht, want elk gezin gaf het weer een andere naam, wat aangaf dat het een andere entiteit moest zijn dan ikzelf want het had een andere naam. Als ik bij anderen thuis kwam en ik zei dat mijn been jeukte dan werd ik begrepen, had ik gezegd dat mijn spaarpot jeukte dan hadden sommige gezinnen mij waarschijnlijk moeilijk aangekeken. Een andere entiteit en gesepareerd van de rest van mijn lijf met een naam die naar geld verwijst. Ik was de weg kwijt als kind.

Naar mate ik groter werd mocht ik bepaalde dingen niet doen en bepaalde houdingen niet aannemen, want dan zou men mijn vagina/onderbroekje zien. Dit werd niet met zoveel woorden gezegd, maar mij werd gevraagd om mij damesachtig te gedragen, waardoor ik niet eens heerlijk met mijn benen wijd in een stoel kon gaan zitten. Ik zag die vagina van mij, die losse entiteit, mijn vrijheid inperken. Op mijn 14e werd ik ongesteld, wat mijn band met mijn vagina niet deed versterken. Mijn menstruaties waren vanaf het begin heftig en zeer pijnlijk. Ik had 7 jaar gewacht op mijn menstruatie en het leek mij iets leuks om naar uit te kijken, althans zo werd het gebracht, “dan ben je een groot meisje, een vrouw”, nou kom maar op dacht ik. Door mijn menstruatie heb  ik mijn vagina wel ettelijke keren in de uitverkoop willen doen, de pijn heeft ons geen hechtere band doen krijgen, maar ik zag het als de bron van al het kwaad.

Deze blog serie die 3 blogs zal gaan omvatten en als onderwerp menstruatie heeft, zal deel gaan uitmaken van een grotere serie die allemaal als titel ‘de vagina de bron van al het kwaad’ zullen hebben. De verschillende onderwerpen die ik wil gaan aansnijden zijn, menstruatie, vrouwelijke bewustwording, in het geniep en kinderen krijgen, om zo terug naar de bron te gaan. Daar waar ik mij afscheidde van mijn vagina, om opnieuw een band met mijn vagina op te bouwen, gelijk en 1 aan al mijn andere lichaamsdelen. Vervolgens zal deze serie mij dan weer terug leiden naar het onderwerp candida, waar de vorige 3 blogs gingen over de angst voor een mogelijke vaginale infectie. Mijn afgelopen blogs maakten mij duidelijk dat ik eerst de band met dit lichaamsdeel de vagina moet herstellen alvorens verder te kunnen gaan met verdere onderzoeken in mij als mens en leven als een reflectie van binnen naar buiten en buiten naar binnen.

Probleem:

Het mijzelf afscheiden van mijn vagina door mijn menstruatie als een kwaad te zien dat mij overkomt en beperkt.

Oplossing:

Gelijk gaan staan aan mijn menstruatie en mijn vagina als mijzelf als leven.

Beloning:

Eén en gelijk aan mijzelf en het leven staan en zo leven te mogen ervaren door mij heen als een geheel/eenheid die mij doet beseffen dat ik daadkracht heb en als geheel veel sterker ben dan in delen.